Het heeft gesneeuwd. Het grote bos ligt onder een mooie witte deken van sneeuw.
Het is heel vroeg in de ochtend. Kijk eens, daar komen twee eekhoorntjes uit hun holletje.
Het zijn Rikkert en Elsje.
Maar waar gaan die twee naar toe met hun slee?
Gaan ze misschien naar familie Muis om met elkaar het kerstfeest te vieren?
Vader en moeder pakken de mand en dan gaan ze op weg door het grote bos.
Als ze voorbij de drie grote beukenboom zijn, zegt vader: "we zijn er bijna''.
"Kijk, daarginds zie je het huisje van familie muis''.
Familie muis staat hun al op te wachten. ''Wat fijn dat jullie gekomen zijn, nu kan het feest beginnen''.
Rikkert en Elsje spelen in de sneeuw, en om de beurt trekken ze de slee.
Joris bindt zijn schaatsen onder en gaat schaatsen op het ijs. Hij maakt al flink vaart...
Hij laat zien hoe goed hij al kan schaatsen. Joris krijgt het er warm van!
Vader en moeder dekken de tafel. Iedereen schuift aan. “Ik snij vast de tulband ” zegt vader eekhoorn, “ik kan niet langer wachten want hij ruikt zo heerlijk” en voor iedereen snijdt hij een groot stuk tulband af. Moeder schenkt de chocolademelk in de bekers. Ze smullen van de heerlijke taart en warme chocolademelk.
Als alle buikjes zijn gevuld stookt vader muis het vuur nog wat op.
Vader eekhoorn en Rikkert sprokkelen nog wat hout voor het vuur.
De takken worden vast gebonden met een touw en met een ferme zwaai wordt de takkenbos op de schouder gedragen.
Het begint al te schemeren. Joris, Jozefien, Rikkert en Elsje mogen deze avond heel lang opblijven want het is kerstavond. Ze staan rond het vuur en warmen zich. De vlammen dansen en het hout knettert. Moeder muis leest het kerstverhaal voor.
Familie muis en familie eekhoorn luisteren vol aandacht naar het mooie verhaal.
Als het verhaal verteld is pakt vader muis zijn viool en begint te spelen.
Het is al helemaal donker als ze onder de dekens kruipen en gaan slapen. De nacht is gekomen. Het is heel stil in het grote bos, iedereen slaapt en hoog aan de hemel…daar flonkert een ster…