Elk kostbaar uurtje wordt er aan de keuken gewerkt. De planken voor de schouw worden gezaagd; er wordt een keukenkastje getimmerd en alles wordt in een mooie oudgroene kleur geverfd. Als allerlaatste komt het fornuis in de keuken.
Moeder heeft voor het aanrecht een rood geruite gordijntje genaaid en opgehangen.
Vader heeft in een teil een warm sopje gemaakt. Samen gaan ze de vaat doen.
Vader neemt de afwasborstel en wast de ontbijtbordjes af.
De rood geblokte theedoek droogt als vanouds.
De bezemkast is klaar en kijk eens wat er allemaal in staat….
een bezem, emmers, schoonmaakspullen en een zwabber.
En wat staat er rechts van de kast? Dat is voor de volgende keer!
Bovenop de bezemkast staat een poetsmand met daarin een borstel, poetsdoek, brasso en natuurlijk ontbreekt er geen stofdoek. Aan het rekje in de kast heeft moeder een dweil opgehangen. Een mooi plekje voor de dweil om te drogen.
Straks begint moeder muis met de grote schoonmaak….
het wachten is op de voorjaarszon!